woensdag 18 mei 2011

Arabisch ontwaken



De “Arabische” lente overschaduwt ook dit Congres. Of liever, overzont. Want iedereen leeft hier enorm mee met die hoopgevende ontwikkelingen in Noord-Afrika. Maar net zo goed met de terreur in Libië, Bahrein en Syrië.
Dat was al te merken maandag, met een emotionele, staande ovatie toen bij de startzitting ruimte werd gemaakt voor een getuigenis vanuit de Tunesische vakbeweging. En dat was ook vandaag te merken, met een bijzondere rondetafel over “Zuiders nabuurschap”. Mooi woord trouwens. Ditmaal met vertegenwoordigers van zowel de Egyptische en Tunesische vakbonden. Maar ook van de Internationale Arbeidsorganisatie en de altijd spitse Sharan Burrow, chef van het IVV, de internationale vakbondskoepel.
Arabische lente? Dat horen we niet graag, zeiden onze zuiderse buren. Want dan lijkt het iets seizoensmatig. Terwijl het gaat om een onomkeerbare omwenteling. Ze is gedragen door jongeren, vaak hooggeschoolde jongeren, gesteund door de werknemers ook. Die zullen de weg terug niet meer aanvaarden. Daar kan je gif op nemen.
Europa en zijn Lidstaten kregen er ook stevig van langs, gezien de initiële weifelende houding en het eigengereide optreden van een landen uit eigen belang . In plaats van de burgers van die landen centraal te stellen. Zoals we nu ook weer beleven hoe een van de belangrijke verworvenheden van Europa, het vrij verkeer zonder douanecontroles binnen de Schengenzone, onder vuur wordt genomen. En dat door politici die eerst trachten mee te golven op de golf van empathie en solidariteit naar de zuiderburen, maar die in één beweging diezelfde buren de deur uit wijzen als ze hun geluk of simpelweg hun veiligheid trachten te zoeken in Europa.
Al ontbrak het hier ook niet aan zelfkritiek. Zoals de IAO die aangaf dat men wellicht wat te weinig kieskeurig is geweest in de vakbonden waarmee men heeft gewerkt. Een aantal van die vakbonden uit Noord-Afrika volgden te slaafs het heersende regime.
Iedereen was het ook volmondig eens over één baseline: wat we nu zeker niet moeten gaan doen is ons model op te dringen. Het is aan de Noord-Afrikanen de keuzes te maken, zij het met respect voor de internationale normen. Waaronder gelijke rechten voor vrouwen. Wat we vooral moeten doen is meewerken aan het creëren van de randvoorwaarden voor goeie keuzes. En dat is: democratische instellingen, een kader voor sociale dialoog, en ontwikkeling van sterke sociale partners (capacity building, in het jargon).
Ook de slotoproep van Sharan Burrow kon tellen. Kijk, zei ze, het kernprobleem van die landen was en is het creëren van goeie jobs voor die jongeren, waarvan een grote groep inmiddels hooggeschoold. Hoeveel Duitse, Franse, Italiaanse of Belgische ondernemingen werken niet in Noord-Afrika? En hoeveel daarvan bieden nog altijd jobs aan beneden de normen van waardig werk? Wel , Europese vakbonden, doe er iets aan. Zet mee druk op die ondernemingen om fatsoenlijke jobs aan te bieden aan de Noord-Afrikaanse vakbonden. Gesnopen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten